Waar en wat was ik voor mijn geboorte? En waar en wat ben ik na mijn dood? Dit zijn de meest basale existentiële vragen waar ieder mens tijdens zijn leven weleens een keer over nadenkt. En nauw daaraan verwant, is natuurlijk de vraag naar de zin van ons bestaan. We zijn in staat om onszelf deze vragen te stellen, omdat we behept zijn met bewustzijn, specifieker nog: met zelfbewustzijn. Dat bewustzijn van ons is voor de wetenschap (en dus voor ons allen) nog een obscuur domein. Sommige neurowetenschappers gaan uit van de hypothese dat dit een emergent fenomeen van de hersenen is. De oorzaak van het bewustzijn, maar ook de oorzaak van onze emoties en gevoelens, is volgens hen gelegen in chemische processen binnen onze hersenen. Hierdoor zijn deze wetenschappers materialisten pur sang, die bij voorbaat het bestaan van een geestelijke wereld ontkennen. Mijns inziens doet dat geen recht aan de ervaringen van ons mensen, zoals de Bijna Dood Ervaring (BDE), reïncarnatie, hypnose, de voorspellende droom, telepathie en déjà vu.
Het is frappant om te zien hoe wetenschappelijke ontdekkingen in het verleden, een fundamentele kentering van ons wereldbeeld teweeg konden brengen. De ontdekking van Copernicus, dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is, heeft de dominante rol van het Christendom behoorlijk aangetast. De door Einstein ontdekte relatie tussen massa en energie, heeft onze visie op het ontstaan van het universum drastisch beïnvloed. Maar ook de waterpomp en het gebruik van lenzen, deze ontdekkingen gaven ons inzicht in de werking van resp. de bloedsomloop en het oog. De vraag is welke inzichten ons geboden worden door draadloze communicatie en door de vierde industriële revolutie, namelijk die van de informatietechnologie, waarbij dataverwerking cruciaal is (denk aan kunstmatige intelligentie en de kwantumcomputer). Daarover later meer.
Als we de bestaansgrond van ons bewustzijn in het midden laten, kunnen we er op basis van voor ons allen bekende fenomenen wel een hiërarchische structuur aan toekennen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over driften, normen, waarden, voorstellingen, herinneringen, waarnemingen, gedachten, emoties, automatismen, dromen, vergetelheden en verdrongen ervaringen. Op basis hiervan kom ik tot de volgende opbouw.
Aan ons bovenbewustzijn leren we te gehoorzamen en op wat er oppopt uit ons onderbewustzijn proberen we (indien nodig) controle op uit te oefenen. Ervaringen die niet relevant zijn voor ons leven, raken in de vergetelheid. Traumatische ervaringen proberen we zelfs te verdringen naar het onbewuste deel van ons bewustzijn, zodat ze niet meer zo makkelijk in ons zelfbewustzijn terecht kunnen komen. Alles dat toch vanuit een lagere bewustzijnstoestand ongewild ons zelfbewustzijn binnenkomt, noemen we een obsessie. Ons gelaagde bewustzijn is mijns inziens weer onderdeel van een nog groter geheel, namelijk het universele bewustzijn. Anderen noemen dit ook wel Konikrijk Gods, de geest, Prana, Nirvana of Tao.
Alles in ons bewustzijn is in feite informatie, data waaraan we zelf betekenis geven. Maar waar wordt deze informatie eigenlijk opgeslagen? In ieder geval niet in de hersenen. Uit onderzoek van kinderen met hersenletsel, waardoor specifieke informatie niet meer toegankelijk was, bleek namelijk dat zij daar onder hypnose weer toegang toe hadden. En tijdens de psychedelische ervaringen met ayahuasca thee konden deelnemers bij kennisgebieden komen, waarvan zij bij volledig bewustzijn absoluut geen weet hadden. Het is dus heel goed denkbaar dat gecomprimeerde informatie zich aan een energietoestand verbindt. Hierbij laat ik nog even in het midden of dit binnen of buiten het lichaam geschiedt. Technologische ontwikkelingen laten in ieder geval zien dat informatie in plaats van op je eigen laptop, ook in “the cloud” kan worden opgeslagen. Dat moet toch op z’n minst de mogelijkheid openhouden om te veronderstellen dat informatie uit ons bewustzijn ook buiten ons lichaam zou kunnen zijn opgeslagen. Als energie inderdaad de informatiedrager is, dan is de drager dus van immateriële aard. Zo zijn bijvoorbeeld fotonen (lichtdeeltjes) in staat om informatie op te slaan in de vorm van superposities en spingetallen. Zie ook mijn blog ‘Theory of Everything’. Daarin beschrijf ik de hypothese van het bestaan van eonen: microscopische zwarte gaten, die gerelateerd zijn aan elektronen.
In tegenstelling tot de wet van behoud van energie, waarbij de som van de energieën altijd gelijk blijft, geldt er voor de wet van behoud van informatie, dat informatie altijd gemultipliceerd wordt. Als ik jou een idee vertel, dan beschikken we daarna beiden over dat idee. En als ik kom te overlijden, dan - veronderstellend dat mijn lichaam niet de drager is van de door mij verzamelde informatie - verdwijnt mijn informatie niet.
Zoals de beeldhouwer vanuit zijn immateriële bewustzijn (zijn geest) een beeld kan scheppen, zo ontstaat het leven vanuit het universele bewustzijn: de geest (ofwel Tao) heeft het primaat over de materie. Dat blijkt overigens ook uit de macht die de geest over ons lichaam heeft bij genezing door geïnduceerde autosuggestie of bij het placebo effect.
Vanaf het moment dat we in het leven geworpen zijn, ontwikkelen we in een razend tempo allerlei vormen van hechting. Het lijkt wel of we dat ter zelfbevestiging nodig hebben. Omdat al die hechtingen ons ‘zelf’ definiëren, valt de onthechting aan het einde van ons leven voor velen zwaar. De drang om na al die jaren te willen blijven existeren, is blijkbaar enorm groot. Vanuit het beginsel der continuïteit, zoekt de overledene die zijn lichaam kwijt is, naarstig naar een nieuwe kiem om opnieuw een leven aan te vangen, ofwel om zich opnieuw te kunnen hechten. Dit is althans de hypothese die aangehangen wordt door mensen die zich een vorige leven weten te herinneren. Meestal overkomt dit mensen wier vorige leven abrupt geëindigd is. Omdat dat leven niet op een natuurlijke wijze voltooid werd, vermengen herinneringen uit dat vorige leven zich met het vigerende leven. Voor de meesten van ons zijn herinneringen uit een vorig leven niet meer relevant en blijven dus keurig opgeborgen in het onbewuste deel van ons bewustzijn, maar bij sommigen sijpelen herinneringen uit een vorig leven wel door naar hun zelfbewustzijn. Zij ervaren reïncarnatie.
Geïnspireerd door het lezen van het boek ‘Reïncarnatie’ van drs. H. van Praag
Comments