Ervaringsdrempel
- Marc Cornelisse
- 8 okt
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 okt
Onderzoekers zoals Mossbridge hebben aangetoond dat metingen van huidgeleiding, hartslag en hersenactiviteit al veranderingen laten zien voordat een stimulus daadwerkelijk wordt aangeboden. Dit verschijnsel wordt pre-activatie genoemd. Het effect is in verschillende laboratoria en met verschillende meetmethoden gevonden. Het kan niet eenvoudig worden toegeschreven aan verwachting, suggestie of meetfouten. Het lijkt er dus op dat het lichaam op een bepaalde manier al betrokken is bij een proces dat in de ervaringstijd nog niet heeft plaatsgevonden.
Stel je een proefpersoon voor die in een stoel zit en naar een scherm kijkt. De computer kiest volledig willekeurig uit drie soorten beelden. Het kunnen gewelddadige scĆØnes zijn, of beelden die rust en kalmte uitstralen, of juist expliciet seksuele voorstellingen. Terwijl het scherm nog zwart blijft, verschijnt er in de hersenactiviteit al een verandering. Soms wel honderden milliseconden voordat het beeld daadwerkelijk in beeld komt. Alsof de hersenen al reageren op iets dat nog niet is begonnen.
Ook in de experimenten van Libet zien we een overgang van onbepaald naar bepaald, maar dit keer gaat het niet om een extern proces in de buitenwereld. Wat daar gemeten wordt, is hersenactiviteit die voorafgaat aan het moment waarop iemand zich bewust wordt van een eigen beslissing of handeling. Het lichaam reageert hier al op een intern proces dat nog niet tot de ervaring is doorgedrongen. Het betreft de opbouw van een actiepotentiaal ter voorbereiding op een handeling.
Een proefpersoon zit ontspannen en heeft zijn hand op een tafel liggen. Af en toe beweegt hij willekeurig zijn vingers, terwijl hij naar een ronddraaiende klok kijkt. Hij geeft aan op welk moment hij ervaart dat hij de beslissing tot bewegen neemt. De metingen lieten echter zien dat zijn hersenen al eerder actief werden. Nog voor hij zelf de wil ervoer, verscheen er al een signaal in de motorische gebieden dat bekendstaat als een actiepotentiaal. De intentie tot het bewegen van zijn vingers lijkt dus al in gang gezet voordat zijn bewuste wil tot handelen werd gevoeld.
Om de prƩ-activatie van externe processen te begrijpen hanteer ik het idee van dubbele ontvankelijkheid. De eerste stap daarin is het moment van reductie, het punt waarop een proces de overgang maakt van onbepaaldheid naar bepaaldheid. Vanaf dat moment treedt transcendente ontvankelijkheid op. Het veld waarin de bepaaldheid is opgetreden stimuleert direct de eerste hersenactiviteit en zet de opbouw van de potentiaal in gang. Deze fase verloopt in procestijd, de tijdsduur waarin de hersenactiviteit toeneemt maar nog niet tot bewuste ervaring leidt. Procestijd voltrekt zich dus voordat er een zintuiglijke prikkeling en verwerking heeft plaatsgevonden die tot gewaarwording leidt. Wanneer de stimulus daadwerkelijk verschijnt en het zenuwstelsel wordt geactiveerd, interfereert de zintuiglijke ontvankelijkheid met de reeds aanwezige transcendente ontvankelijkheid en start de bewuste gewaarwording. De overgang van onbepaald naar bepaald wordt daarmee eerst veldmatig gedragen in procestijd en pas later bewust beleefd in ervaringstijd. Dit verklaart waarom pre-activatie meetbaar kan zijn voordat er een bewuste waarneming optreedt, omdat transcendente ontvankelijkheid de opbouw van de potentiaal al heeft gestart nog voordat zij met de zintuiglijke ontvankelijkheid interfereert om een ervaring te vormen.
Reductie
Reductie is het moment waarop een proces de overgang maakt van onbepaaldheid naar bepaaldheid. In de kwantumfysica verwijst dit naar de ineenstorting van de golffunctie bij meting. In dit model markeert reductie het beginpunt van procestijd, omdat vanaf dat moment transcendente ontvankelijkheid de eerste hersenactiviteit stimuleert en de opbouw van de potentiaal start.
Procestijd
Procestijd is de tijdsduur die verloopt vanaf reductie tot het bereiken van de minimale neurale drempel voor bewustwording. In deze periode draagt transcendente ontvankelijkheid de opbouw van hersenactiviteit en beĆÆnvloedt zij het lichaam, ook al is er nog geen bewuste gewaarwording.
Ervaringstijd
Ervaringstijd start zodra de neurale drempel is bereikt en de zintuiglijke ontvankelijkheid interfereert met de reeds aanwezige transcendente ontvankelijkheid. In die interferentie ontstaat bewuste gewaarwording, die de overgang van onbepaald naar bepaald ook in de ervaring zichtbaar maakt.
Bij de experimenten van Libet ligt de situatie fundamenteel anders. Het gaat hier niet om een externe prikkel maar om een intern proces in het veld van intentie en handelen. Het startpunt is niet het wilsbesluit van de persoon maar het moment van kwantumreductie in de hersenen, zichtbaar als het Bereitschaftspotential of readiness potential. Daarmee is er een beginpunt van bepaaldheid zonder dat dit al bewust wordt ervaren. Vanaf dat moment treedt transcendente ontvankelijkheid op en komt de eerste hersenactiviteit tot stand. Deze fase verloopt in procestijd, de tijdsduur waarin hersenactiviteit aanwezig is, maar nog niet tot bewuste ervaring leidt. Zolang deze activiteit geen verbinding maakt met zintuiglijke ontvankelijkheid blijft zij onbewust. Met zintuiglijke ontvankelijkheid wordt hier de ontvankelijkheid vanuit het zenuwstelsel bedoeld, die pas verschijnt wanneer de hersenactiviteit de drempelwaarde bereikt die nodig is voor bewuste gewaarwording. Pas bij die interferentie van transcendente en zintuiglijke ontvankelijkheid start de bewuste gewaarwording. De ervaring van een wilsbesluit is dus geen oorsprong maar de latere articulatie van een overgang die in het veld reeds gaande was.
Ā
De filosofische betekenis van dit alles is dat pre-activatie niet moet worden opgevat als een voorspelling van de toekomst. Zij maakt duidelijk dat zowel externe als interne processen al vanaf het eerste reductiemoment door transcendente ontvankelijkheid worden gedragen en pas in ervaring verschijnen wanneer zintuiglijke ontvankelijkheid ermee interfereert. Bij externe prikkels wordt dit zichtbaar als waarneming, bij interne processen zoals in de experimenten van Libet als wil tot handelen. Bewuste ervaring is daarmee geen eerste oorzaak maar de latere articulatie van een overgang die in het veld reeds gaande was.
Ā
In zowel de pre-activatie-experimenten als in de experimenten van Libet blijkt transcendente ontvankelijkheid het proces vanaf reductie te dragen en de opbouw van de potentiaal in gang te zetten. Pas wanneer zintuiglijke ontvankelijkheid met deze reeds aanwezige activiteit interfereert, start de bewuste gewaarwording. Bewuste waarneming en bewuste wil zijn daarmee geen eerste oorzaken maar de latere articulatie van een overgang die door beide ontvankelijkheden gezamenlijk wordt gedragen.



Opmerkingen