top of page

Grenzen aan weten

Hoe komt het dat wij onszelf ervaren als een uniek bewustzijn, terwijl alles erop wijst dat we deel uitmaken van een groter geheel? Wat betekent het dat het universele bewustzijn, als alomvattend veld zonder grens of vorm, zich manifesteert als de begrensde, persoonlijke ervaring van het ik? Zijn we in staat om deze overgang te begrijpen, te verklaren of zelfs bewust waar te nemen? De vraag naar de transformatie van het universele naar het persoonlijke bewustzijn roept meteen een dieper probleem op. Is het persoonlijke bewustzijn überhaupt in staat om zijn eigen oorsprong te doorgronden? Kunnen we de bron van ons bewustzijn werkelijk begrijpen, als we die bron alleen kunnen benaderen met datzelfde bewustzijn dat eruit is voortgekomen? In wat volgt, onderzoek ik deze paradox aan de hand van denkers die de grens van zelfbegrip hebben blootgelegd en soms ook een opening zagen naar een vorm van weten die niet voortkomt uit analyse, maar uit afstemming. Daarbij ga ik ook te rade bij oude tradities waarin deze grens niet als probleem werd gezien, maar als toegang tot een dieper verstaan.

Ā 

Verschillende denkers hebben ieder op hun eigen terrein gewezen op een grens die het menselijke kennen, denken of waarnemen fundamenteel beperkt. Immanuel Kant stelde dat we de werkelijkheid op zichzelf nooit kunnen kennen, enkel zoals die zich aan ons voordoet: Het Ā“ding an sich’ blijft voor ons altijd verborgen.Ā Ludwig Wittgenstein onderkende dat taal zijn grenzen kent, en besloot zijn filosofisch werk met de zin: Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.Ā Simone Weil benadrukte dat het denken ons slechts tot aan de drempel van de waarheid brengt: Alle ware kennis begint met aandachtige leegte.Ā Alan Turing stelde dat een verklarende instantie noodzakelijkerwijs groter moet zijn dan dat wat verklaard moet worden: Bewustzijn kan bewustzijn niet verklaren, net zomin als denken het denken.Ā Kurt Gƶdel bewees wiskundig dat elk logisch systeem zijn eigen waarheden niet volledig kan omvatten: De consistentie van een systeem valt niet binnen het systeem zelf te bewijzen.Ā Edwin Abbott beschreef in zijn boek FlatlandĀ hoe een wezen gevangen zit in de beperkingen van zijn eigen dimensie: Een hogere werkelijkheid is ondenkbaar voor wie slechts het platte kent.Ā En Albert Einstein tenslotte benadrukte dat we vastlopen als we binnen hetzelfde denkkader blijven opereren: We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.Ā In al deze uitspraken weerklinkt eenzelfde inzicht, namelijk dat er grenzen zijn aan het vermogen van een systeem om zichzelf volledig te bevatten, of het nu bewustzijn, taal, logica of waarneming is.

Ā 

Toch lieten deze denkers de deur naar het onbekende op een kier staan. Kant opende via de morele rede een toegang tot ideeën als vrijheid en datgene wat het zintuiglijke overstijgt. Hoewel Wittgenstein het zwijgen oplegde over het onuitsprekelijke, liet hij de mogelijkheid open voor het mystieke als datgene wat zich aandient buiten de grenzen van de taal. Weil zag in de opgave van het denken en in de zuivere aandacht de weg naar werkelijke ontvankelijkheid. Met dat laatste bedoelde zij een stille, ego loze vorm van waarnemen, waarin een diepere waarheid zich kan openbaren. Turing benoemde de noodzaak van een overstijgend gezichtspunt, dat buiten het bewustzijn zelf ligt, waarmee hij impliciet erkende dat er iets groters denkbaar is dan het bewustzijn zelf. Gödel suggereerde dat waarheid wel bestaat, maar ons formeel-denkende systeem overstijgt. Dit laat ruimte voor een intuïtieve of platonische benadering. Abbott liet zijn hoofdpersonage inzien dat er een dimensie bestaat buiten zijn waarneming, zodra hij zich openstelt voor het onvoorstelbare. En Einstein riep expliciet op tot een sprong in het bewustzijn, een verschuiving naar een denkniveau dat wél in staat is om een nieuwe werkelijkheid te ontsluiten. Bij allen blijft de grens bestaan, maar verschijnt juist in die grens de uitnodiging tot een andere manier van weten - via intuïtie, overgave, verruiming of innerlijke afstemming.

Ā 

Wat deze denkers voorzichtig openlaten als mogelijkheid, is in meerdere oude tradities van meet af aan geĆÆntegreerd in hun wereldbeeld. In bijvoorbeeld de Advaita Vedanta, een non-dualistische stroming binnen het hindoeĆÆstische denken, wordt gesteld dat het persoonlijke zelf (Atman) in wezen identiek is aan het universele bewustzijn (Brahman). De ervaring van afgescheidenheid is volgens deze traditie een illusie (Maya), voortkomend uit identificatie met vorm en denken. Werkelijke kennis ontstaat niet door redenering, maar door directe realisatie: het innerlijk doorzien van de eenheid waarin het ik oplost in het Ene. Ook het taoĆÆsme, zoals verwoord in de Daodejing, beschrijft de Tao als de oorsprong van alles: onnoembaar, vormloos en niet te grijpen. Inzicht ontstaat hier niet door analyse, maar door het laten ontstaan van resonantie met dat wat zich onttrekt aan het begripsmatige. Het mahāyāna-boeddhisme spreekt over leegte (sÅ«nyatā) als de open aard van alles wat bestaat. Het persoonlijke bewustzijn is daarin geen vaste entiteit, maar een tijdelijke stroom binnen een veld van onderlinge afhankelijkheden. Werkelijk inzicht ontstaat via verstilling, meditatie en het loslaten van de illusie van een vaststaand zelf. In de christelijke mystiek, bij denkers als Dionysius de Areopagiet en Meister Eckhart, wordt God niet gekend via begrippen, maar in de overgave aan wat elk denken te boven gaat. ā€˜God is niets’,Ā schreef Eckhart - niet om het goddelijke te ontkennen, maar om te wijzen op een realiteit die zich slechts laat vermoeden wanneer het ik zwijgt. In al deze tradities is de grens tussen persoonlijk en universeel niet een filosofisch obstakel, maar juist een poort naar overgave, ontvankelijkheid en innerlijk verstaan. Wat in de westerse denktraditie voorzichtig wordt benaderd als grenservaring, wordt hier beoefend als weg.

Ā 

In het verlengde van deze tradities en in aansluiting op de denkers die eerder aan bod kwamen, biedt ook het concept van een universeel bewustzijn, zoals in een eerder blog uiteengezet, een weg voorbij de grenzen van het persoonlijke denken. In deze benadering is het persoonlijke bewustzijn niet iets op zichzelf staand, maar een manifestatie van een groter veld waaruit het ontstaat, leeft en zich uitdrukt. Wat van binnenuit slechts fragmentarisch begrepen wordt, krijgt betekenis wanneer het wordt benaderd vanuit het grotere geheel. Hoewel introspectie en reflectie ons veel leren over de werking van het innerlijk, blijft de oorsprong van het bewustzijn grotendeels buiten bereik zolang we binnen de contouren van het ik blijven cirkelen. Werkelijk verstaan, ontstaat wanneer het bewustzijn zich opent voor datgene wat het overstijgt. In momenten van diepe stilte, meditatie of existentiĆ«le ontregeling kan zich een gewaarwording aandienen van een onderliggend veld, niet als object van analyse, maar als directe ervaring van verbondenheid. Zo’n ervaring biedt geen sluitend begrip, maar een innerlijk weten: dat het persoonlijke slechts een golf is op de oceaan van het geheel. Niet door controle, maar door afstemming ontstaat er zicht op de oorsprong van het persoonlijke: niet als rationele conclusie, maar als stille herkenning.

Ā 

Uiteindelijk leert de confrontatie met de grenzen van het persoonlijke bewustzijn ons iets fundamenteels: dat het diepste verstaan niet ontstaat door het bewaken van controle, maar door het toelaten van openheid. Filosofen en tradities uit uiteenlopende tijden en culturen wijzen ons erop dat er een vorm van weten bestaat die zich niet laat vangen in begrippen, maar zich aandient in momenten van overgave, stilte en innerlijke ontvankelijkheid. Daar, in het oplichten van het grotere geheel waartoe we behoren, wordt zichtbaar wat het denken alleen niet vermag te tonen: dat het persoonlijke bewustzijn niet losstaat van zijn oorsprong, maar daar onophoudelijk uit voortvloeit. De vraag naar de transformatie van het universele naar het persoonlijke bewustzijn blijkt dan minder een raadsel dat opgelost moet worden, dan een mysterie dat herkend wil worden: niet met het hoofd, maar met heel het zijn. En misschien is er niets dat begrepen hoeft te worden, wanneer het ik stilvalt en het geheel zichzelf herkent.

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
Blijf op de hoogte! Ontvang telkens het nieuwste blog direct in je mailbox.

Bedankt voor het abonneren!

© 2020 by Marc Cornelisse. Proudly created with Wix.com

bottom of page