Ontvankelijk leren (2)
- Marc Cornelisse
- 3 mei
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 mei
Zoals ik al eerder heb betoogd, is de menselijke waarneming van de werkelijkheid, die via het persoonlijke bewustzijn plaatsvindt, een illusie van afscheiding, voortkomend uit de aard van de menselijke ervaring van dualiteit. Op basis van deze visie kan kennis worden beschouwd als een spectrum van informatie, dat altijd al aanwezig is binnen het universele bewustzijn, maar waarvan de toegang afhankelijk is van de ontvankelijkheid van de neurologische complexiteit van het brein. Het menselijke brein, gevangen in een lichaam en binnen een sociaal-culturele context, is slechts in staat om met een deel van dit volledige spectrum te resoneren.
Het neurobiologische en sociaal-culturele kader spelen dus een cruciale rol in het bepalen welk deel van het universele bewustzijn door een individu kan worden getransformeerd naar een bewust inzicht. Wat als ‘nieuw inzicht’ wordt ervaren, is eigenlijk een resonantie van altijd al aanwezige informatie, die pas onder de juiste omstandigheden door ons brein ontsloten kan worden. Het menselijke bewustzijn is slechts een venster op het geheel, en dit venster kan alleen bepaalde delen van het spectrum van universele kennis doorlaten.
Het idee van onafgescheidenheid betekent dat de kennis die we ervaren, nooit volledig van onszelf is, maar altijd een afgeleide is van het universele bewustzijn. De mens, als deel van dit geheel, is dus geen actieve schepper van kennis, maar eerder een ontvanger of kanaal door welke kennis zich manifesteert. Vanuit deze visie is de beschikbaarheid van kennis dus geen product van willekeurige actie of creatie, maar een proces van ontvankelijkheid, afstemming en resonantie met de alom aanwezige kennis binnen het universele bewustzijn. Kennis is niet iets wat we doen of creëren, maar iets wat we ontdekken en ervaren, afhankelijk van de omstandigheden die de toegang tot het grotere geheel mogelijk maken. Het is de ontdekking van wat altijd al aanwezig was, maar dat in de juiste staat van ontvankelijkheid tot ons besef doordringt.
Deze visie op kennis en ontvankelijkheid kan diepgaande implicaties hebben voor het onderwijsveld. Als we ervan uitgaan dat kennis niet een interne creatie is, maar eerder een ontsluiting van wat al aanwezig is in het universele bewustzijn, dan komt het onderwijs niet voort uit het overdragen van vaststaande informatie, maar uit het faciliteren van een ontvankelijk leerproces. Het zou niet meer gaan om het puur bijbrengen van feiten en vaardigheden, maar om het creëren van omstandigheden waarin de leerling ontvankelijk kan zijn voor diepere, meer holistische inzichten die zich vanuit het grotere bewustzijn kunnen manifesteren. Onderwijs zou dan moeten werken met de erkenning dat elke leerling een uniek venster op het universele bewustzijn heeft, afhankelijk van hun persoonlijke, neurologische, sociaal-culturele context en de staat van ontvankelijkheid.
Een mogelijke wetenschappelijke onderbouwing voor deze visie op ontvankelijk leren kan worden gevonden in de niche construction theorie (1993). Deze theorie, die oorspronkelijk wordt toegeschreven aan het werk van bioloog Kevin Laland, stelt dat organismen (waaronder mensen) niet slechts passieve ontvangers zijn van hun omgeving, maar actief bijdragen aan de constructie van hun eigen ecologische niches. Dit betekent dat individuen niet alleen reageren op externe invloeden, maar ook actief hun omgeving en omstandigheden vormgeven, wat hun ontvankelijkheid voor bepaalde ervaringen en kennis beïnvloedt. In het kader van het onderwijs zou dit betekenen dat leerlingen actief hun leeromgeving en -ervaringen vormen, door hun interesses, gewoontes en sociale contexten. Vanuit deze theorie kunnen we stellen dat leren een actief proces is van zelf-constructie, waarbij de omgeving en de interactie met anderen een cruciale rol spelen in hoe de leerling kennis en wijsheid ontvangt. Het onderwijs zou zich dus niet enkel moeten richten op het verstrekken van kennis, maar ook op het creëren van een omgevingsdynamiek die de ontvankelijkheid voor die kennis stimuleert. Het onderwijs moet de voorwaarden scheppen waarin leerlingen kunnen resoneren met de universele inzichten en hen helpen deze inzichten te integreren in hun eigen ervaringen en leven.
Een veilige groepsdynamiek is essentieel voor het versterken van deze ontvankelijkheid. Wanneer leerlingen zich in een ondersteunende en open omgeving bevinden, kunnen ze zich gemakkelijker openstellen voor nieuwe, onverwachte inzichten, zelfs als deze niet direct aansluiten bij wat ze al weten. Een positieve groepsdynamiek draagt bij aan het gevoel van veiligheid en zelfverzekerdheid, waardoor leerlingen zich kunnen verbinden met de leerstof en bereid zijn om risico's te nemen in hun leerproces. De sfeer in een klaslokaal, de relatie tussen leraar en leerlingen, en de bredere culturele context beïnvloeden samen hoe kennis wordt ontvouwd. Dit benadrukt de rol van de leeromgeving als een actieve factor in het leerproces, waarin kennis ontsloten kan worden wanneer de leerling er rijp voor is, zelfs als deze kennis niet meteen aansluit bij bestaande kennis.
Het idee van ontvankelijk leren zou dan betekenen dat het onderwijs zich niet alleen richt op het bijbrengen van informatie, maar veel meer een proces is van zelf-ontdekking en zelf-transformatie. Het zou leerlingen moeten begeleiden in het ontwikkelen van de capaciteiten om hun eigen epistemische niche te construeren en de omstandigheden te creëren waarin diepere, universele kennis toegankelijk wordt. In dit proces van leren gaat het niet zozeer om het overdragen van wat al bekend is, maar om het bevorderen van een ontvankelijkheid voor het grotere, onderliggende bewustzijn, zodat de leerling kan resoneren met de universele waarheden die al aanwezig zijn in het universele bewustzijn.
Hoewel de niche construction theorie krachtige inzichten biedt voor het begrijpen van het leerproces, is het onderwijsveld zelf nog een gebied dat verder onderzocht moet worden op de toepasbaarheid van deze theorie. Hoe de principes van niche construction effectief in verschillende leeromgevingen kunnen worden geïntegreerd en welke concrete methoden daarbij het meest geschikt zijn, vereist verdere studie en praktijkervaring.
Zoek ook eens op 'emergent learning'.
Comments