In een eerder blog heb ik al geschreven over de herfstvakantie met mijn familie: een gekoesterde traditie die een vast ankerpunt in ons leven is geworden. Afgelopen jaar zaten we met z’n twaalven in een prachtige bungalow op een vakantiepark. Omringd door de kleuren en geuren van de herfst genoten we van een week vol spelletjes, lange wandelingen en vrolijke chaos. Maar ook waren er momenten van stilte waarin de verbondenheid met elkaar ook sterk voelbaar was. Deze jaarlijkse bijeenkomsten zijn voor ons meer dan een weekje ontspanning: ze bekrachtigen de waarde die wij aan familie hechten. Familie is voor ons een bron van liefde, steun en betekenis. Toch overviel me, zoals na elke vakantie, een diep gevoel van weemoed toen iedereen weer naar huis ging. Terug in de stilte van mijn eigen huis confronteerde dit me met een pijnlijke waarheid: de tijd die ik met mijn dierbaren heb, is niet onbeperkt. Hoe vaak zullen we nog zo samenkomen? Dit besef zette een sluimerende weemoed in beweging, een gevoel van eindigheid dat me de rest van die dag in de ban hield.
Â
Dit gevoel van weemoed kwam recent weer naar boven, maar deze keer door een andere aanleiding. Ik voelde een beklemmend gevoel in mijn linkerpols en belde voor de zekerheid toch maar even naar de huisarts, die me zonder aarzeling direct doorverwees naar de hartbewaking. Daar bleek dat mijn hart ernstig werd bedreigd door vier vernauwde bloedvaten. De ingreep - dotteren en het plaatsen van stents - was technisch gezien succesvol, maar bracht voor mij toch veel onrust teweeg. Hoewel de fysieke ongemakken  draaglijk waren, drukte de psychische last zwaar op me. Al in het ziekenhuis merkte ik dat ik emotioneel instabieler werd.
Â
Blij dat ik het overleefd had, maar door het overweldigende besef van de vergankelijkheid van het leven, begonnen de tranen toch rijkelijk te stromen. Het is alsof de sluier van dagelijkse vanzelfsprekendheden weggetrokken was. Ik kon niet anders dan mijn eigen kwetsbaarheid en de eindigheid van alles wat ik liefheb onder ogen zien. Hoe leef je in het nu zonder verlamd te raken door het besef dat alles eindig is? Hoe vind je troost en vreugde te midden van dat besef? En kun je leren de eindigheid van het leven niet alleen te accepteren, maar er ook kracht en betekenis aan te ontlenen in je dagelijks leven?
Â
Deze vragen waren voor mij niet slechts rationele overdenkingen. Nee, ze raakten het diepste van mijn wezen. Ze nodigden me uit tot bezinning, tot het zoeken naar antwoorden in de liefde die we geven en ontvangen, de herinneringen die we creëren en de verbondenheid met iets groters dan wijzelf. Misschien schuilt in de confrontatie met ons besef sterfelijk te zijn niet alleen verdriet, maar ook een sleutel tot een dieper begrip van wat het betekent om te leven.
Â
Ondanks deze inzichten bleef ik dagenlang in het verdriet hangen, gevangen in de wisselwerking tussen mijn verzwakte fysieke conditie, mijn psychische ontregeling en mijn diepgewortelde emotionele patronen. De vraag waarom de huilbuien bleven komen, hield me voortdurend bezig. Verschillende mogelijke oorzaken spookten door mijn hoofd, zonder een duidelijk antwoord te bieden. Was het de ingrijpende verandering doordat ik gestopt was met roken, met al zijn lichamelijke en mentale uitdagingen? Of kwam het door de aanpassing van mijn medicatie vlak voor de operatie, die mijn emotionele balans zou hebben verstoord? Misschien speelde mijn te lage HB-waarde wel een rol, waardoor ik me futloos en fragiel bleef voelen. Ook de ervaring van ontheemding door de ziekenhuisopname - de vreemde omgeving, de afhankelijkheid van anderen en de focus op mijn kwetsbare gezondheid - liet een sombere indruk achter. Maar misschien, bedacht ik me, was het de overweldigende realisatie dat ik aan de dood was ontsnapt, die bij mij zo’n enorme zwaarmoedigheid achterliet. Het was alsof ik mezelf opnieuw moest definiëren, zonder te weten waar te beginnen.
Â
Gaandeweg realiseerde ik me dat al deze factoren slechts schakels waren in een groter geheel, waarin mijn veranderde omstandigheden en mijn intense liefde voor mijn familie samenkwamen in een diepere, existentiële worsteling. Hoewel fysieke en psychische factoren een rol speelden, ontdekte ik dat de kern van mijn verdriet voortkwam uit een existentiële worsteling. Enerzijds het besef van mijn eindigheid en anderzijds de diepgaande liefde die ik voor mijn familie voel. Wat werkelijk aan de kern van mijn verdriet lag, was mijn intense liefde voor mijn dochters. Telkens wanneer ik dacht dat mijn kinderen of kleinkinderen problemen hadden, raakte ik diep geëmotioneerd. Hun zorgen namen in mijn hoofd buitensporige proporties aan. Deze combinatie van emotionele hypergevoeligheid en catastrofaal denken werd versterkt door mijn eigen veranderde omstandigheden: het besef van vergankelijkheid, de fysieke ontregeling, de mentale druk van het stoppen met roken, en het emotionele gewicht van de operatie. Daarbij vraag ik me trouwens ook af of mijn bipolaire stoornis hierin nog een rol heeft gespeeld, aangezien deze soms de intensiteit van emoties en de neiging tot piekeren kan vergroten.
Â
Diep van binnen werd mijn verdriet gevoed door een regressie die ik niet had voorzien. Door mijn confrontatie met de vergankelijkheid van mijn eigen leven, keerde ik letterlijk de dood de rug toe. In deze positie (met mijn gezicht naar het verleden) herbeleefde ik op een onnatuurlijke manier mijn vaderrol die ik zo'n dertig jaar geleden vervulde. Dit leidde ertoe dat ik me betrokken ging voelen bij het microleed van de gezinnen die mijn dochters nu zelf inmiddels hebben. Het was alsof ik mezelf weer in die beschermende, zorgzame rol plaatste, terwijl ik eigenlijk weinig te maken heb met de dynamiek van hun gezinsleven, afgezien van mijn rol als opa. Dit besef - dat ik me emotioneel vastklampte aan iets dat voorbij is - maakte me verdrietig. De combinatie van het besef dat 'wat geweest is, is geweest' en de angst voor de vergankelijkheid, die me als een schaduw tegemoet trad, was niet bepaald iets om vrolijk van te worden.
Â
Dit alles heeft me doen inzien dat ik moet leren mijn plek in de keten te accepteren en dat ik moet vertrouwen op de veerkracht van mijn dochters. Alleen door hen te zien zoals ze nu zijn - sterke, zelfstandige vrouwen - kan ik hen blijven steunen zonder dat mijn eigen verleden of angst voor vergankelijkheid onze relatie belast. Het is een proces van loslaten en accepteren, van vertrouwen en liefde, waarmee ik niet alleen mijn eigen innerlijke rust weer hoop te vinden, maar ook de balans in onze relaties goed kan houden.
Â
De confrontatie met sterfelijkheid is uitdagend en pijnlijk, maar biedt tegelijkertijd kansen tot diepgaande inzichten. Het besef dat alles tijdelijk is, kan ons helpen om bewuster te leven en prioriteit te geven aan dat wat echt belangrijk is: liefde, verbinding en het genieten van het huidige moment. Het herinnert ons eraan dat de waarde van het leven niet ligt in hoe lang het duurt, maar in hoe intens we het ervaren. Het roept gevoelens van kwetsbaarheid en verlies van controle op, maar biedt ook een kans tot groei. Het is een uitnodiging om het leven ten volle te omarmen, om betekenis te vinden in de liefde en de verbindingen die we creëren. Dit betekent dat ik actief kies om elke dag momenten van betekenis te zoeken: meditatie om tot rust te komen, open gesprekken met mijn familie over wat ons bindt, en bewust genieten van eenvoudige, alledaagse vreugdes zoals een wandeling in de natuur of een lach met mijn kleinkinderen. Door bewust te leven met de eindigheid in gedachten, leren we de kostbaarheid van het moment te waarderen en vinden we vreugde in de kleine, alledaagse momenten. Regressie ontstaat uit de weemoed over de vergankelijkheid van het leven, maar de regressie zelf roept ook weer weemoed op, namelijk over de dingen die voorbij zijn.  Alleen loslaten, vertrouwen op de liefde en leven in het NU, bieden ons een weg naar innerlijke rust.
Comments