top of page

Armoedeval

Met plaatsvervangende schaamte heb ik (5 juli jl.) het vervolgdebat over de voorjaarsnota gevolgd. De oppositie had veel voorstellen gedaan om nog dit kalenderjaar voor een steeds groter wordende groep, een armoedeval te voorkomen. Maar het mocht helaas niet baten. De technocratische regering zette overal een streep door. Argumentatie: de uitvoerende diensten zijn al overbelast en kunnen er dus geen extra taken bij krijgen. Bovendien zoekt het kabinet naar een structurele oplossing voor 2023, dus - door het ijs zakkend Nederland - nog even geduld. Echt tenenkrommend. Het is toch potverdorie de belangrijkste taak van de overheid om de basis voor het bestaan van haar burgers te garanderen. Tijdens de coronacrisis konden er wel in no-time allerlei steunpakketten voor bedrijven opgetuigd worden, maar nu een grote groep burgers de dupe lijkt te worden van een aantal andere crises, biedt de overheid te weinig steun om hen echt te ‘redden’.


Oorzaken die mensen met een laag- of middeninkomen de das om doen, zijn de toenemende inflatie en de energiecrisis. Van inflatie was al sprake, voordat de energiecrisis expliciet werd. Die crisis heeft de prijzen van brandstof, gas, elektra en de kostprijs van voedingsmiddelen en vele andere producten alleen maar in een rap tempo doen toenemen. Gevolg: een nog hogere inflatie, waardoor een steeds groter wordende groep - er wordt geprognotiseerd dat het weleens om twee miljoen huishoudens zou kunnen gaan - de eindjes simpelweg niet meer aan elkaar kan knopen. Hoe is het mogelijk dat dit in ons welvarende landje kan gebeuren? Hoe zit het met de grondrechten in Nederland?


Om die vraag te beantwoorden ben ik gaan zoeken naar de term ‘menselijke waardigheid’. Maar wat schetste mijn verbazing, die term komt in de Nederlands Grondwet helemaal niet voor. Maar ik had wel een hit op een hoger aggregatieniveau, namelijk in de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in het verdrag van Lissabon, dat officieus gezien wordt als de grondwet van de Europese Unie. Daarin staat in artikel II-61


De menselijke waardigheid is onschendbaar.

Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.


In een toelichting uit 1994 staat dat de menselijke waardigheid met name het fundamentele recht van eenieder op bestaansmiddelen en voorzieningen die voor hemzelf en zijn gezin toereikend zijn, moet omvatten. Waardigheid vereist dus geen enkele prestatie, maar komt een ieder toe, louter vanwege het feit dat hij/zij bestaat. Het is wellicht overbodig om te vermelden dat resp. de EU-rechten en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens boven de Nederlandse Grondwet staan. Het kabinet faalt hier dus (voor de zoveelste keer), maar komt er vooralsnog (weer) mee weg.


In hoeverre botsen de spelregels van onze vrije markteconomie - het kapitalisme - nou eigenlijk met onze fundamentele menselijke waarden? De drijfveren van het kapitalisme zijn gebaseerd op een sociaal-darwinistisch mensbeeld: survival of the fittest. Ook het primitieve beeld uit de voedselketen speelt een wezenlijke rol, namelijk: eten of gegeten worden. De hiërarchische positie in de pikorde van bedrijven, bepaalt of een bedrijf zal overleven, failliet gaat of wordt overgenomen. Centrale waarden in een kapitalistische samenleving zijn dan ook innovatie, concurrentie, afgunst, winstbejag en groei. Terwijl waarden die nodig zijn om binnen een gemeenschap vredig met elkaar te kunnen samenleven, daar vaak diametraal tegenover staan. Geen concurrentie, maar samenwerking. Geen afgunst, maar respect en empathie. Geen winstbejag, maar wederzijdse hulp en delen. Geen groei, maar stabiliteit. En verder heeft men in een samenleving natuurlijk oog voor het precaire ecologische systeem waarvan we deel uitmaken. In de vrije markteconomie lijkt dat laatste echter ondergeschikt te zijn aan de doelstelling om te groeien. Een pluspunt is dat steeds meer bedrijven waarden als duurzaamheid (sustainability) en recyclebaarheid (from cradle to cradle) als uitgangspunt nemen bij hun productieproces. Maar goed, dat beslecht de contradictie niet tussen waarden van de kapitalistische vrije markt en die van een humane samenleving. Misschien is de kapitalistische waardenset ten diepste wel onverenigbaar met menselijke waardigheid en is juist die ‘clash’ wel de oorzaak van vele crises waar we heden ten dage mee te maken hebben.


Op dit moment is het bruto binnenlands product (BBP) de graadmeter voor de welvaart in ons land, maar de facto kun je hier niet uit afleiden hoe de welvaartsverdeling is, hoeveel onvrede er heerst onder burgers, de mate van (institutionele) discriminatie, hoeveel armoede er is of hoe democratisch het kabinet zich opstelt. Om het welzijn in een land vast te stellen, zijn gewoon andere indicatoren nodig. De OESO (de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft hier een beter meetinstrument voor opgesteld onder de naam ‘Better Life Index’. En verder moet er natuurlijk ook gekeken worden naar de voetafdruk van een land en de ecologische duurzaamheid van het bedrijfsleven.


De verwoede kapitalisten beweren bij hoog en bij laag, dat er simpelweg geen alternatieve economie voorhanden is. Zij zien concurrentie als de belangrijkste drijfveer voor mensen om steeds beter te presteren, terwijl alom bekend is dat een intrinsieke motivatie veel efficiënter zou zijn. Gelukkig zoeken steeds meer economen naar een alternatief voor het kapitalisme. Zo heeft Kate Raworth (*1970) een prachtig model beschreven, bekend onder de naam ‘Donut Economie’ (zie mijn blogs ‘Van lineair naar circulair’ en ‘From cradle to cradle’). Christian Felber (*1972), een Oostenrijkse econoom, gaat zelfs nog verder met zijn ‘Gemene Goed Economie’. Geld reduceert hij weer naar de status zoals het ooit bedoeld was, namelijk louter een middel. De winst- en verliesrekening van een bedrijf (zeg maar de traditionele balans), vervangt hij door een Gemene-Goed-Balans. En winst, vermogen en eigendom weet hij met reële mechanismen bij overheden, bedrijven en particulieren te beteugelen. Indien de gestelde grens overschreden wordt, dan is het systeem zo opgebouwd, dat de gemeenschap daar uiteindelijk baat bij heeft. Scheefgroei - zoals de rijken worden rijker en de armen worden armer - weet hij te elimineren. Het probleem van vermogensongelijkheid dat Thomas Piketty (*1971) geagendeerd heeft, wordt met de economie van Felber ook langzaamaan vereffend.


De morele deugd ‘menselijke waardigheid’ is contradictoir aan de waarden van het kapitalisme: concurrentie, winstbejag en afgunst. Omdat het kabinet Rutte IV zo badinerend doet over dit grondrecht - denk aan de bejegening van boeren, Groningers, slachtoffers van de toeslagenaffaire, studenten met een studieschuld ten gevolge van het leenstelsel, asielzoekers en burgers die door de armoedegrens zakken - wordt het nodig tijd dat dit kabinet opstapt. Tevens pleit ik ervoor om de principiële grondwaarde ‘menselijke waardigheid’ expliciet op te nemen in onze Grondwet.


Geïnspireerd door het boek 'Ware Winst' van Christian Felber

62 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page