Tijdens mijn herfstvakantie (zie vorige blog) had ik een levendige discussie met m’n oudste dochter over de residuen van patriarchale kenmerken in onze huidige samenleving. Zij zag deze duidelijk en gaf als voorbeelden de nog steeds bestaande loonkloof tussen mannen en vrouwen en de hardnekkige oververtegenwoordiging van mannen in machtsposities (zoals in de politiek, het bedrijfsleven en in andere topfuncties). Zelf herinner ik me uit mijn getrouwde leven nog de repeterende discussie met mijn vrouw en vrienden over de ongelijkwaardige bijdrage van man en vrouw in de huishoudelijke werkzaamheden. Het kwam er altijd op neer dat de dames vonden, dat de man te weinig deed. In feite was dat ook een obstakel voor volledige gelijkheid en wellicht nog een stuiptrekking van een in wezen patriarchale samenleving. Wat we niet benoemden, maar wat ongetwijfeld ook nog een kenmerk is van genderongelijkheid, is de nog breed gedragen verwachting dat vrouwen de primaire zorg- en opvoedrollen op zich moeten nemen. En tot slot wil ik nog wijzen op de abjecte mannelijke dominantie, die zich uit bij huiselijk geweld en seksuele intimidatie, met als extreme vorm de toenemende femicide.
Â
Wat is duidelijk patriarchaal en staat het volledige uitbannen ervan dan gelijk aan het streven naar een volledige gendergelijkheid? Dat waren vragen die tijdens het betoog van m’n dochter in mijn hoofd naar boven kwamen. Lastig. Om met een voorbeeld ongewenste gendergelijkheid te illustreren, kwam ik met het voorbeeld van de vergaande feminisering in het basis- en voortgezet onderwijs. Mijns inziens stuiten we daar namelijk op een paradox, omdat er door die ontwikkeling tevens geklaagd wordt over het ontberen van een rolmodel voor jongens. Onze discussie raakte even in een patstelling, doordat het leek alsof we het over twee verschillende onderwerpen hadden, namelijk het bestrijden van de patriarchale samenleving en het streven naar gendergelijkheid. Het bestrijden van de patriarchale samenleving richt zich op het ontmantelen van machtsstructuren die mannen bevoordelen, terwijl het streven naar gendergelijkheid breder is en gelijke rechten en kansen voor alle genderidentiteiten beoogt. We praatten dus even langs elkaar heen (mijn fout). Het patriarchaat verwijst naar een sociaal systeem waarin mannen de dominante macht hebben. Het bestrijden ervan richt zich op het afbreken van deze machtsstructuren en het opheffen van de ongelijkheid.
Â
Enfin, over beide wil ik in dit blog iets schrijven, om te beginnen: wat is de oorsprong van onze (nog steeds) patriarchale samenleving? En hoe hervormen we deze? Volgens antropologen en historici ontstond het patriarchaat door de opkomst van de landbouw en het vererven van de grond, dat een typische mannelijke aangelegenheid was. Verder speelden religieuze systemen, die zich beriepen op goddelijke wetmatigheden, een wezenlijk rol, omdat deze het gezag van mannen over vrouwen rechtvaardigden. Dit alles leidde tot de uitsluiting van vrouwen van de politieke en economische macht. Hun rol werd voornamelijk gezien in de privésfeer, waardoor vrouwen werden gereduceerd tot moeders, echtgenotes en verzorgers. De patriarchale structuren werden niet alleen in wetten vastgelegd, maar ook geïnternaliseerd via opvoeding en omgangsvormen bij elke volgende generatie. De volgende taaluitingen illustreren dit eveneens.
Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus Deze stereotypering kan een versterking zijn van patriarchale denkpatronen, omdat het bijdraagt aan de overtuiging dat mannen en vrouwen onoverbrugbare verschillen vertonen, die hun rol in de samenleving bepalen.
Achter ieder succesvolle man staat een vrouw Dit gezegde impliceert dat de rol van de vrouw ondersteunend is. En hoewel het de vrouw als kracht achter de man erkent, blijft zij in de schaduw van zijn succes staan.
De vrouw is de spil van het gezin Hoewel dit een compliment lijkt te zijn, houdt het toch vast aan de veronderstelling dat de vrouw vooral in zorgende, ondersteunende taken tot haar recht komt.
Vrouwen zijn als de maan, mannen als de zon Dit gezegde benadrukt het idee dat vrouwen passief en reflecterend zijn (zoals de maan), terwijl mannen actief en leidend zijn (zoals de zon), wat de traditionele genderrollen versterkt
Â
Omdat deze beeldvorming zo diep zit ingesleten, is de ontmanteling een kwestie van lange adem. We moeten zowel de grote maatschappelijke structuren, als de kleinere persoonlijk overtuigingen, blijven bevragen en zoeken naar manieren waarop we echte vrijheid en gelijkheid voor mannen en vrouwen kunnen realiseren.
Â
Dan nog even het doorgeschoten streven naar gendergelijkheid aan de hand van de feminisering van het onderwijs. Hier lijkt namelijk een paradox te bestaan. Enerzijds streven we naar een samenleving waarin gelijkheid tussen mannen en vrouwen de norm is, waarbij geslacht geen belemmering mag zijn voor persoonlijke ontwikkeling en succes. Een vrouw moet daarbij dezelfde kansen hebben en dezelfde vaardigheden moeten kunnen ontwikkelen als een man. We zien dat bijvoorbeeld in de toelating van vrouwen tot het leger. En met de slogan ‘vrouwen in de bouw’ probeert de overheid steeds meer vrouwen aan te moedigen om een carrière in deze sector te overwegen. Anderzijds blijkt in de praktijk dat door het geringe aantal mannelijke onderwijzers en leraren, jongens hun rolmodel moeten ontberen. In een tijd waarin genderrollen steeds geslachtsneutraler worden, blijkt dat veel jongens zich moeilijker kunnen identificeren met vrouwen en daardoor minder makkelijk toegang hebben tot bepaalde waarden en gedragingen die ze juist in mannen zouden herkennen. Dat is de paradox: we streven naar gendergelijkheid, maar er blijft behoefte aan genderdiversiteit.
Â
Het is absoluut waar dat het geslacht van een lesgevende niet bepalend is voor de effectiviteit van het onderwijs, maar als het gaat om rolmodellen ligt dat toch wat genuanceerder. Het gemis van mannelijke rolmodellen in het onderwijs kan zeker niet gezien worden als een residu van een ouderwetse man-vrouw opvatting. Dat ook vrouwen een rolmodel voor jongens kunnen zijn, vind ik iets te simplistisch.
Â
De discussie over gendergelijkheid en patriarchale structuren raakt aan diepgewortelde ideeën en verwachtingen die generaties lang zijn doorgegeven. Hoewel we voortgang maken richting een meer gelijkwaardige samenleving, zien we dat traditionele beelden - zoals de rol van de vrouw in zorgende posities of de mannelijke dominantie in leiderschap - langzaam verdwijnen, maar nog steeds een hardnekkige invloed uitoefenen. Om echte vooruitgang te boeken, moeten we niet alleen maatschappelijke structuren hervormen, maar ook onze eigen overtuigingen en dagelijkse omgangsvormen voortdurend onder de loep blijven nemen. Een samenleving op basis van meer gelijkwaardigheid is absoluut geen utopie, maar er zijn grenzen.
Ik zou niet over gendergelijkheid willen spreken maar gendergelijkwaardigheid. We hebben te kaken met genetische verschillen, door naar kwaliteiten van mensen te kijken en deze in te zetten, zal de man oha op andere functies terecht komen dan de vrouw, niet erg als deze als gelijkwaardig beoordeeld worden, zowel in waardering als maatschappelijk