top of page

Queeste

Bijgewerkt op: 2 mei 2022

Wanneer de pijn van het leven bijna ondragelijk wordt, heb ik altijd de sterke behoefte om de wereld van het zintuiglijke te ontstijgen. Dit uit zich bij mij in een terugtrekkende beweging, weg van het aardse bestaan. Niet zelden resulteert dit in een periode van radeloze eenzaamheid met veel existentiële pijn. Door te mediteren, probeer ik de innerlijke rust weer te hervinden. Alles-wat-is, is gecreëerd uit het universele bewustzijn (uit de Tao) en zal daar uiteindelijk ook weer in opgaan. Het universele bewustzijn manifesteert zich via de constellatie van mijn lichaam, waardoor ik me een mens voel met eigenschappen waarmee ik mijzelf als een afgescheiden individu ervaar, waardoor ik mij kan onderscheiden van anderen. Mijn rationele perceptie houdt me als het ware gevangen in de zintuigelijke ‘vijf dimensionale’ werkelijkheid. Ik heb een naam, ik heb familie, ik had een baan, ik ben opgegroeid in Nederland en ik heb een levensverhaal. Maar al deze gegevens geven niet het ultieme antwoord op de vraag wie of wat ik ten diepste ben. Ooit was dit anders.


Aan het einde van de derde eeuw na Christus, heeft kerkvader Athanasius de teksten voor het Nieuwe Testament vastgesteld. En omdat de christelijke ambtsdragers toentertijd ook seculiere macht ten deel viel, heeft hij alleen die boeken gekozen waarin de menselijke afhankelijkheid van de Goddelijke genade werd beschreven. Dit verschafte de ambtsdragers meer macht, aangezien zij als intermediair tussen God en de mensen fungeerden.


Boeken waaruit bleek dat er sprake is van een innerlijk religieus weten, werden systematisch weggelaten. Monniken kregen zelfs de opdracht om deze boeken te vernietigen. Gelukkig zagen enkelen van hen de waarde van die boeken in en besloten derhalve om deze in een grot te Nag Hammadi te verstoppen. In 1945 werden deze geschriften eindelijk weer gevonden. In deze gnostische teksten wordt uitgebreid verhaald over de duale relatie die ons bewustzijn kan ervaren. De meest bekende relatie wordt de ‘persoonlijke natuur’ genoemd, ofwel de verbinding van ons bewustzijn met het alledaagse, waaruit ons ‘ik-besef’ voortkomt. Daarnaast is er een nagenoeg teloorgegane relatie, die door de gnostici de ‘Christusnatuur’ wordt genoemd, een ‘eenheidservaring’ waarbij ons bewustzijn zich verbonden weet met ‘al-wat-is’. Een enkele keer overkomt dat ons nog, bijvoorbeeld bij het ervaren van een mooi natuurverschijnsel, of tijdens een intens gesprek met een vriend, of bij het beluisteren van muziek die ons ontroert. Tijdens dergelijke ervaringen lijkt de tijd te vertragen en raken we vervuld van liefde en hartstocht. De christelijke traditie heeft deze ervaringen bewust voor ons achtergehouden, met als doel om ons makkelijker aan hun macht te kunnen onderwerpen.


Zolang wij mensen voortdurend aangesproken worden op ons ‘ik-besef’, blijven we ook een makkelijke prooi voor de huidige seculiere machthebbers. De identiteitshype in het vigerende publieke debat, appelleert voortdurend aan dit ‘ik-besef’. Ook de zogenaamde ‘politieke correctheid’ voedt ons ego-besef en wakkert onderling vaak veel ressentiment aan. Het streven naar inclusiviteit daarentegen, is wel liefde-bevorderend, maar werkt weer averechts zodra er teveel nadruk wordt gelegd op vereffening van verschillen. Alles-wat-is, is immers een expressie van het universele bewustzijn. De schoonheid zit ‘m juist in de diversiteit, dus laten we alsjeblieft stoppen met alles glad te strijken.


Ons visuele waarnemingsdomein beslaat slechts een zeer beperkt deel van het volledige elektromagnetische spectrum. Er is dus veel meer, dan hetgeen wij kunnen waarnemen. Wat zou het dus mooi zijn om uit die zeer smalle frequentieband te kunnen treden. Bovendien bestaat de wereld zoals wij die waarnemen voor het grootste deel uit niets. Een atoom bestaat immers uit een kern en een elektronenwolk, een beetje vergelijkbaar met ons zonnestelsel dat bestaat uit de zon (de kern) en een planetenwolk. Er is zelfs een theorie waarbij de door ons ervaren werkelijkheid slechts als een holografische verschijningsvorm wordt gezien. De lage frequentie van waarnemen die gekoppeld is aan onze ‘persoonlijke natuur’, houdt ons gevangen in de rationele zintuiglijke ‘vijf dimensionale’ werkelijkheid. Door het openen of deblokkeren van ons hart (ofwel onze hartchakra), kunnen we daar echter een zesde dimensie aan toevoegen, namelijk de dimensie van onze intuïtie. Hiermee activeren we de verbinding van ons bewustzijn met ‘al-dat-is’. Maar het hoofd - het denken - lijkt het in onze cultuur van het hart - het intuïtief weten - te hebben gewonnen. We zouden meer naar ons hart moeten luisteren, maar dat is eng. Eng, omdat we ons daarvoor kwetsbaar moeten durven opstellen. Maar zodra we in staat zijn om onze perceptie van afgescheidenheid achter ons te laten, verandert dat onze werkelijkheid. En omdat alles een manifestatie is van het universele bewustzijn, zal er meer begrip zijn voor mensen die anders zijn en zullen we beseffen dat oordelen geen soelaas biedt. Emoties als bang, boos en bedroefd activeren ons gevoel van afgescheidenheid, omdat deze - als het met anderen te maken heeft - van de ander een opponent maken. Hetzelfde geldt voor de rollen uit de dramadriehoek: aanklager, slachtoffer en redder, terwijl blijheid en liefde ons juist kunnen bevrijden.


De opening van dit blog was misschien wat somber van aard, maar voor velen zal het ook heel herkenbaar zijn. Het is niet altijd makkelijk, maar wel telkens weer van voorbijgaande aard. De queeste die dergelijke episoden tot gevolg hebben, is voor mij echter van onschatbare waarde. En ook al zit deze zoektocht vol met hindernissen, ik probeer ze - al dan niet met hulp - allemaal te overwinnen.

61 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page