top of page

From cradle to grave/cradle

Bijgewerkt op: 3 sep. 2021

Wie orde zaait, zal chaos oogsten. Het blijft een prachtige oneliner. In dit blog beschouw ik de welvaart die we met elkaar genieten, als orde. En ja, het consumeren van die welvaart, brengt heel veel chaos met zich mee, chaos die we misschien niet direct waarnemen, maar die ons wel haarfijn door wetenschappers uit de doeken wordt gedaan. Een economisch systeem dat is gebaseerd op eeuwige groei (het kapitalisme), maakt meer kapot dan ons lief is. The sky isn’t the limit, omdat we namelijk te maken hebben met een zogenaamd ecologisch plafond. Als we daar doorheen schieten, heeft dat op de langetermijn dramatische gevolgen voor onze planeet (en dus voor het leven op aarde). Kate Raworth benoemt er een aantal in de door haar ontwikkelde donuteconomie (zie figuur). Op sommige terreinen worden de symptomen al merkbaar. Wat volgens mij nog ontbreekt, is de uitputting van grondstoffen (met name de zeldzame metalen voor de chipindustrie), het ruimtepuin en de plasticsoep in oceanen.

Het neoliberalisme is in de afgelopen decennia verantwoordelijk voor het ondermijnen van ons sociaal fundament (de binnen cirkel in het model van de donuteconomie), maar dat nu even terzijde.


Kunnen we het tij nog keren? That’s the question. Natuurlijk helpen rechtszaken zoals die van Urgenda versus de staat en die van milieudefensie versus Shell, met name omdat beide rechtszaken gewonnen zijn door de aanklagende partij. Maar sceptici vragen zich terecht af of, op respectievelijk nationaal- en bedrijfsniveau, deze strijd tegen de aantasting van het milieu wel enig soelaas biedt. Natuurlijk moeten overheden en multinationals een groen en duurzaam beleid voeren, dat is evident. Maar helaas zijn deze spelers veel meer gericht op de korte- dan op de langetermijn. Als burgers voelen we ons in deze kwestie vaak machteloos. We willen wel veranderen, maar we realiseren ons ook dat onze bijdragen te minutieus zijn om het verschil te maken. We investeren in elektrische auto’s, isoleren onze huizen, schakelen over op groene energie en laten massaal zonnepanelen op onze daken plaatsen. Maar wat we niet weten, is hoe in de hele keten van ‘cradle to grave’ de elektrische auto het ervan afbrengt. Is een elektrische auto wel zoveel milieuvriendelijker, dan de auto met benzinemotor?


Vanaf 2013 wordt er in de EU gewerkt aan een meetmethode die van elk product de ‘Life Cycle Assessment (LCA)’ in kaart kan brengen. De verschillende fasen in de levenscyclus van een product zijn bijvoorbeeld:

1. delving van grondstoffen

2. transport naar fabriek

3. fabricage van product

4. verpakking

5. transport naar winkel

6. afvalstoffen

7. recyclebaarheid

Uiteraard is dit lijstje sterk productafhankelijk.


De methode om LCA's te ontwikkelen, wordt de ‘Product Environmental Footprint (PEF)’ genoemd. De eerste moeilijkheidsgraad bij deze methode is dat niet bij alle producten hetzelfde stappenplan gehanteerd kan worden. Samen met de verschillende brancheverenigingen worden er nu procedures opgesteld, met als doel dat deze in 2025 operationeel kunnen zijn. Het tweede probleem is de keuze van parameters waarin de milieuprestaties kunnen worden weergegeven. Het broeikaseffect wordt voornamelijk bepaald door de CO2-emissie, maar methaan en lachgas dragen daar ook aan bij. De bijdrage van die gassen wordt omgerekend naar een CO2-equivalent, zodat er uiteindelijk één waarde kan worden gepresenteerd. Bedrijven worden verplicht om deze waarde op hun product te vermelden, zodat de consument een bewuste keuze kan maken. Maar er zijn meer relevante parameters, zoals de waarden voor CFK’s, zware metalen, nitraten en fosfaten, verzuring van oppervlaktewater, restafval en de recyclebaarheid van het product. Waarschijnlijk ben ik met deze opsomming nog niet eens volledig. Het zou mooi zijn als al deze parameters uiteindelijk opgenomen kunnen worden in één indicator, anders is het voor de consument nog steeds ondoenlijk om een verantwoorde keuze te maken. Voor gelijksoortige producten is deze indicator tevens een mooi criterium voor benchmarking.


De overheid is met de LCA in staat om op een gedifferentieerde wijze een 'ecological impact tax' op te leggen, voor het geval dat bedrijven producten op de markt brengen die per saldo schadelijk zijn voor ons ecologische systeem. Die tax noopt hen om de kwaliteit van de productieketen te verbeteren of om de prijs van hun product te verhogen, waardoor ze zichzelf in feite uit de markt prijzen.


Zolang dit LCA-systeem nog niet operationeel is, kunnen we als consument toch al veel invloed uitoefenen op de verkwistende kapitalistische economie. Consuminderen blijft een nastrevenswaardig principe. Voor spullen die we maar zelden gebruiken, zouden we een leensysteem moeten opzetten, zodat de kwantiteit van de productie omlaag kan (in sommige wijken gebeurt dit al). En iets dat kapot is, moeten we het veeleer laten maken in plaats van het direct vervangen. We zijn dit immers allemaal schatplichtig aan ons nageslacht.


Dit blog is tot stand gekomen na een gesprek over dit onderwerp met mijn broer.

36 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page