top of page

Socratische methode

Bijgewerkt op: 12 jul. 2021

Wellicht de bekendste filosoof uit onze geschiedenis - Socrates (470 v.Chr.- 399 v.Chr.) - werd met de dood bestraft, omdat hij een slechte invloed op de jeugd zou hebben. Hij zou de jeugd bederven, ofwel corrumperen. Tevens werd hem "het niet eren van de goden van de stad" en "het introduceren van nieuwe goden" ten laste gelegd. Hij werd door de Atheense rechtbank veroordeeld tot het drinken van de gifbeker, die hij zonder enig amok tot op de bodem leegdronk. Zelfs met deze laatste daad wilde hij duidelijk maken dat de rede boven alles gaat. Het verslag van de rechtszaak dat tot zijn veroordeling leidde, is na zijn dood opgetekend door Plato, een leerling van hem. Het boek waarin dat beschreven staat heet ‘De Apologie’ ofwel de verontschuldiging.


Bij zijn verdediging vertelt Socrates over zijn onderzoek. Een volgeling van hem had namelijk aan het orakel van Delphi gevraagd of er iemand wijzer was dan Socrates. Apollo’s priesteres antwoordde dat niemand wijzer was dan hij, zo vernam Socrates van zijn volgeling. Omdat Socrates zich dit nauwelijks voor kon stellen, is hij staatslieden, dichters, vaklieden en redenaars gaan bevragen, opzoek naar een wijzer iemand dan hij. Daarbij bevroeg hij al deze mensen op een zodanig doortastende manier, dat hij hen hun aanvankelijke hypothese telkenmale kon laten betwijfelen. Hierdoor werd hij niet erg geliefd, sterker nog: hij maakte veel vijanden. Niet voor niets werd hij ‘de horzel van Athene’ genoemd. De jeugd luisterde echter met veel genoegen naar de manier waarop hij de mensen aan de tand voelde. Door ethische kwesties van alle kanten te bevragen, probeerde hij samen met zijn gesprekspartner tot kennis te komen. Deze manier van kennis vergaren, staat nu bekend als de Socratische methode. ‘Een leven waarop men niet reflecteert, is niet waard geleefd te worden’, aldus Socrates. De kunst van het weten, is in feite het besef niet te weten.


Opvoeders (ouders/verzorgers, docenten, trainers etc.) laten aan de volgende generatie graag de gebaande paden zien. Daardoor wordt de queeste van jongeren echter drastisch ondermijnd. Bij de meeste adolescenten is tot dan toe van zelfontplooiing dan ook niet veel terechtgekomen. En als het juk van de opvoeders eenmaal is afgeschud, blijkt de lust om daar alsnog werk van te maken sterk gereduceerd. Het is maar voor weinigen weggelegd om voor hun eerste echte baan, een wereldreis te maken om zo zichzelf te leren kennen. Bovendien ligt de verleiding tot ‘quick fixes’ behoorlijk op de loer, omdat dat nou eenmaal de maatschappelijke norm lijkt te zijn. Als het Nederlands elftal de achtste finale verliest, dan moet de trainer, i.c. Frank de Boer, onmiddellijk het veld ruimen. Ook in de politiek is deze handelswijze gemeengoed. Denk maar aan de vele bewindslieden die na een misser, direct de laan uitgestuurd werden. We hebben een afrekencultuur gecreëerd. Van je fouten leren om herhaling te voorkomen, hoort daar niet meer bij. Wat nou ‘een leven lang leren’? Snel je slag slaan om nagenoeg momentaan succes te realiseren, is gangbaarder geworden dan via een meerjarenplan een doel te bereiken. Het lijkt wel of de mens - in het zich voortdurend opschuivende ‘nu’ - niet in staat is om de impact van zijn handelingen op de toekomst, onder ogen te zien. De klimaatverandering is daar een duidelijk voorbeeld van. We weten wel dat het misgaat, maar verkiezen ‘het nu’ boven de toekomst. Pas als er echt iets fout gaat, grijpen we in. Maar de responstijden van dergelijke interventies zijn vaak te groot om het tij te keren. Denk maar aan het coronavirus: we wisten al veel langer dat een dergelijk virus de mensheid ooit zou kunnen bedreigen, maar anticiperen, ho maar.


Na je studie gelijk een baan zoeken, een huis kopen en een gezin stichten is voor velen de realiteit. Direct participeren in de maatschappij zoals je die aantreft. Dat is een ‘quick fix’. Wat dat betreft zou het beter zijn als elke jongere eerst de wereld verkent. En natuurlijk kan dat op verschillende manieren. Je kunt een reis maken of je kunt lid worden van de jongerenafdeling van een politieke partij of van een maatschappijkritische organisatie. Verzin het maar. Ook het onderwijs moet op de schop. Jongeren hoeven vandaag de dag niet meer, zoals kort na de industriële revolutie, massaal klaargestoomd te worden voor een plek in de samenleving. Wat we willen bereiken, is dat elk individu een kritische burger wordt. Kritisch ten aanzien van de stortvloed aan informatie die beschikbaar is en die vaak ongevraagd en manipulatief als een tsunami over ons heen komt. Kritisch ten aanzien van de maatschappij zoals de opvoeders deze hebben vormgegeven. En dat kan alleen als opvoeders zich kwetsbaar op durven te stellen, want in feite is dat een kritiek op henzelf. En kritisch ten aanzien van een op het neoliberalisme gebaseerde samenleving met de normen en waarden die we daarin met elkaar overeind houden. Hierbij moeten de opvoeders samen met de jongeren tegen heilige huisjes durven te schoppen. Opvoeders moeten in aanwezigheid van en samen met de jongeren, durven te reflecteren. Het Socratische gesprek is daarbij een onontbeerlijke ‘tool’, die elke opvoeder zou moeten kunnen hanteren. Weten is immers je realiseren dat je de wijsheid niet in pacht hebt en dus leert door te reflecteren. En dan heb ik het uiteraard niet over vakkennis, want daar gelden andere regels voor.


De volgende tekst komt uit mijn blog ‘Generatie Y’.

Wie moet ik zijn en hoe ga ik om met alle keuzes die het leven te bieden heeft? En misschien nog wel belangrijker voor een samenleving: welke rol speelt de ander daarbij? Wat verwacht men van mij en kan ik daar wel aan voldoen? Dit soort vragen kenschetsen mijns inziens de dilemma’s van de huidige jongvolwassenen. In feite zijn de psychische problemen van vandaag de dag te duiden als identiteitsproblemen. Hoe pas ik in het grote verhaal van het neoliberalisme? Uit existentiële onzekerheid bij jongvolwassenen wordt primair de vraag opgeworpen: ‘Kan ik wel acteren in dit verhaal?’, waardoor angst & onzekerheid de boventoon gaan voeren. Maar omdat jongeren de toekomst hebben, moet het eerder gaan om de vraag: ‘Wil ik wel acteren in dit verhaal?’. Het verhaal dat de verzorgingsstaat door de privatisering behoorlijk om zeep geholpen heeft. Het verhaal dat de individualisering door de ‘ieder-voor-zich mentaliteit’ sterk heeft aangewakkerd. Het verhaal dat het vertrouwen in burgers door het ‘wij-zij denken’ volledig is kwijtgeraakt. Het verhaal dat de balans in de natuur door altijd maar weer groei na te streven, duurzaam heeft verstoord.


Jongvolwassenen moeten zich vooral niet trachten te conformeren aan de vigerende opvattingen in onze samenleving. Het is misschien wel belangrijker dan ooit, dat zij met elkaar een tegengeluid laten horen. Door het huidige systeem zijn zij wellicht te sterk op zichzelf teruggeworpen, maar de oplossingen en de veranderingen moeten uiteindelijk uit saamhorigheid en samenwerking van de ‘next generation’ voortkomen. Het verleden ligt vast, het heden glipt als water door onze vingers, maar de toekomst is nog diffuus (in mijn metafoor: gasvormig), zodat we er nog wat van kunnen maken.

245 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page